
REDDINGSHONDEN: APPÈL EN HINDERNISSEN
Met appèl bedoelen we: gehoorzaamheid.
We leren de hond om verschillende commando's op te volgen, terwijl hij volop aandacht aan ons geeft.
Om een IRO examen te behalen dien je naast het zoekwerk ook het onderdeel appèl/hinderniswerk uit te voeren. Appèl/hindernissen lopen doe je op een veld. Tijdens het lopen volgt de hond op een vaste plek, namelijk links naast de knie. Het is de bedoeling dat de hond attent en vrolijk volgt. Met het uitvoeren van de oefeningen over de hindernissen moet je laten zien dat je reddingshond vrij en onbevangen over hindernissen gaat, terwijl hij steeds onder commando blijft. Het is dus niet de bedoeling dat de hindernissen op snelheid worden uitgevoerd, maar juist rustig en zeker.
Tijdens het examen worden verschillende oefeningen uitgevoerd met bepaalde commando's die aan de hond worden gegeven, die hij vlot moet opvolgen. De keurmeester bepaald tijdens welke oefening het schot (2x) valt en wanneer het motorlawaai klinkt. De hond mag zich hierdoor niet laten afleiden.



Het appèl bestaat uit de volgende onderdelen:
Vrij volgen: Je loopt een voorgeschreven route met 10 versnelde passen, 10 langzame passen, twee keertwendingen, twee rechterwendingen, twee linkerwendingen en één maal halthouden. Daarna met de hond volgen langs en door een groep mensen waarvan er twee met een hond lopen (reu en teef), en twee personen zonder hond. De groep loopt in een cirkel met de klok mee en de hondengeleider dient met zijn hond linksom buiten langs de groep te volgen. Na één ronde mag je halthouden terwijl er nog minstens één aangelijnde groepshond passeert. Daarna staat de groep stil en dient de hondengeleider in een acht rondom de groep te volgen met één keer halthouden in het midden. Daarna mag je de groep verlaten.
Distance-control oefening: Na 10-15 passen volgen moet de hond na één commando direct gaan zitten. De geleider loopt 40 pas door en draait zich om. Op teken van de keurmeester roept de geleider de hond voor. Maar halverwege deze afstand krijgt de hond het commando voor afliggen. Op teken van de keurmeester het commando voor staan. En op teken van de keurmeester mag de hond verder voorgeroepen worden in een correcte positie voorzitten. Vervolgens gaat de hond aan de voet.



Apporteren over de grond: een gebruiksvoorwerp wordt weggegooid terwijl de hond netjes aan de voet blijft zitten. Op commando moet de hond snel en in een rechte lijn het voorwerp ophalen en terugbrengen, en recht voor de geleider het voorwerp aanbieden. De geleider neemt het voorwerp af en zet de hond aan de voet.
Afliggen met afleiding: Je loopt je appèlprogramma met tweetallen. Terwijl de andere kandidaat de appèl/hindernis oefeningen uitvoert, ligt de hond aan de zijkant van het veld terwijl de geleider op ca. 40 passen afstand blijft staan. Bij het volgen door de groep van de andere kandidaat, dient de geleider mee in de groep te lopen. Op teken van de keurmeester mag de geleider de hond ophalen.
Bij de hindernissen horen:
Beweegbare vatenbrug: een wiebelende plank op bijv. tonnen. De hond springt er op op commando, wacht tot de geleider aansluit en volgt over het toestel mee. Aan het eind moet de hond uit zichzelf wachten tot hij de opdracht krijgt om eraf te springen en weer aan de voet te komen.
Horizontale ladder: deze is op ca. 50 cm. hoog op steunen gelegd. Op commando loopt de hond de oploopplank op en de ladder op. Als hij met vier voeten op de ladder loopt mag de geleider aansluiten. Aan het eind moet de hond wachten met zijn voorpoten op de laatste sport. Op teken van de keurmeester mag de geleider de hond eraf tillen.
Tunnel: Op commando stuurt de geleider de hond door de tunnel. Direct erachter moet de hond blijven (liggen/zitten/staan). Op teken van de keurmeester mag de geleider bij de hond aansluiten en aan de voet geven.
Dirigeren: er staat een pion op ca. 20 meter afstand. Daaromheen staan drie tafels, elk 40 meter van elkaar af. De geleider stuurt eerst de hond naar de pion, daarna steeds naar één van de toestellen waar de hond op moet springen. De keurmeester bepaald de volgorde van de tafels. Vanaf de laatste tafel wordt de hond voor geroepen en aan de voet gegeven.
Dragen en overgeven: De hond wordt door de eigen geleider opgetild en 10 passen gedragen. Daar staat iemand klaar die de hond overneemt en zich 10 passen met de hond verwijderd. Deze tiller zet de hond op de grond waar de hond moet wachten totdat de geleider hem voorroept, en vervolgens aan de voet laat gaan.
Vreemde materialen: Dit is een onderdeel dat bij de IPO-R Geschiktheidsproef hoort. De hond moet netjes blijven volgen terwijl je samen over onaangename materialen loopt, zoals banden, hout, plastic e.d. Op de terugweg moet je één keer halthouden.
Springen over drie natuurlijke hindernissen: dit is een onderdeel dat bi de IPO-R Geschiktheidsproef hoort. De hond moet over drie, steeds hogere, hindernissen springen die ca. 10 passen van elkaar af in rechte lijn staan opgesteld. Tussendoor moet hij onder commando blijven en steeds wachten tot het volgende commando om te springen komt. Aan het eind netjes afsluiten aan de voet.
Leuke video's van de appèloefeningen:
Productie en regie door DK Shin; IRO reddingshondengeleider en brandweerman uit Zuid-Korea
Bezoek zijn facebook pagina op: https://www.facebook.com/DKrescuedog

vrij volgen

distance control

tunnel

horizontale ladder

dragen en overgeven

vatenbrug

dirigeren
